Het printen van documenten klinkt als een ontwikkeling die tot stand is gekomen in de laatste eeuw, maar deze techniek is al meer dan honderden jaren oud. De eerste printer werd namelijk uitgevonden in 1781 door de Engelse wetenschapper James Watt. Het apparaat was niet echt een printer maar werd meer gezien als kopieerapparaat. De werking van het oude kopieerapparaat ging als volgt in zijn werking: Over het originele document werd een soort van gelatineachtige inkt gebruikt wat vervolgens vochtig gemaakt werd en samen geperst tussen twee stevige rollen. De gelatine zorgde ervoor dat de gegevens van document één, naar document twee gekopieerd werden. Het printen met gelatine was niet een gemakkelijke oplossing, maar het was een start in de revolutie van het kopiëren van documenten. De kopieer techniek van James Watt werd ook wel de ‘natkopieerder’ genoemd. Dit kwam natuurlijk omdat het papier vochtig gemaakt moest worden met gelatine. Een nadeel hiervan was dat het erg lang duurde voor het gekopieerde document gebruikt kon worden. Ook waren de gekopieerde documenten erg slecht houdbaar omdat ze erg nat gemaakt werden waardoor ze snel konden gaan rotten. Deze manier van kopiëren heeft bijna 150 jaar bestaan, totdat er in 1937 een nieuwe ontwikkeling plaatst vond. In dit jaar kwam een Amerikaanse advocaat met de uitvinding om documenten te printen zonder vochtige substanties. Zijn idee bleef 20 jaar ongebruikt omdat niemand met hem in zee wilde gaan. Pas in 1944 kreeg hij een businesspartner die met het samen ging werken aan de commerciële printer die we vandaag de dag kennen. De printer maakte gebruikt van een lichttechniek die vandaag de dag nog wordt gebruikt De hedendaagse printers veranderen in een rap tempo. Hoe men vroeger moeite had om op papier te printen is het printen op metaal of printen op plastic, maar makkelijk te doen. Daarnaast zal er honderden andere mogelijkheden dankzij de 3D-printer. |
https://coding.koenig-bauer.com/nl/ |